Aramese Beweging voor
Mensenrechten (ABM)
Postbus 3762, 7500
DT AB Enschede NL.
E-mail:
samaram@tiscali.nl
Beste Aziz,
vandaag zijn de antwoorden op de kamervragen binnengekomen. Ik
voeg ze bij dit mailtje. Dit betekent dat er redelijk wat contact
geweest is tussen de Nederlandse overheid en de Turkse
overheid/ambassade, zodat de laatste weet dat het Nederlandse
parlement deze zaken met grote aandacht blijven volgen.
Verder is er vlak na de moord van drie Christeren
in Turkije een bijeenkomst geweest van de raad van ministers van
de Europese Unie in Brussel. (in dit geval de minister-presidenten
en de ministers van Buitenlandse Zaken). De dag daarvoor wordt er
in de kamer gesproken over welke maatregelen die Raad van
Ministers moet nemen. Voor ons was opheldering vragen bij Turkije
de eerste prioriteit.
Ik stuur je dus even het stukje uit ons weekbulletin mee.
Een hartelijke groet,
Pieter Omtzigt
Uit het weekbulletin:
Van Gennip: Positie van
Christenen in Turkije zorgwekkend
Vorige week sprak de kamer met Minister Verhagen
van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse inzet bij de Raad van
Europese ministers. Deze Raad behandelt het buitenlandbeleid van
de Europese Unie. CDA-woordvoerder Karien van Gennip uitte haar
ontzetting over de moord op drie christenen in Turkije vorige
week. 'De CDA-fractie maakt zich al langere tijd grote zorgen over
de positie van christenen en andere religieuze minderheden in
Turkije', ze vroeg de Minister deze positie in de Raad aan de orde
te stellen. Aanvullend vroeg het kamerlid ook aandacht voor de
verslechterende mensenrechtensituatie in Eritrea. 'Veel mensen
worden wegens hun politieke opvattingen of geloofsovertuiging
vervolgd of vastgehouden'. Van Gennip is van mening dat het
uitgestelde bezoek van de Nederlandse mensenrechtenambassadeur aan
Eritrea zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden.
Tot slot vroeg ze de Minister om de Raad ook
aandacht te laten besteden aan de verkiezingen in Nigeria, die
gepaard gaan met doden en fraude op grote schaal. De Minister
deelde haar zorgen en zegde toe het rapport van de
EU-waarnemingsmissie op de agenda te zullen zetten tijdens het
eerstvolgende overleg met de Buitenlandse Raad.
Antwoorden op kamervragen van Omtzigt, Ormel en
Van der Staay:
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het feit dat op 31 juni
2006 een bomaanslag is gepleegd op de voorzitter van de assyrische
vereniging uit Augsburg (Duitsland), de
heer Gebro Seven in Tur Abdin, en op 17 maart 2007 op de heer
Yusuf Türker, een prominent lid van de Syrische Orthodoxe
gemeenschap in Midyat?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat in beide gevallen nog ieder spoor van de daders
ontbreekt? 1)
Antwoord
Ja, tot op heden is nog onbekend wie voor deze
aanslagen verantwoordelijk is.
Vraag 3
Bestaat ook bij u een toenemende zorg als het gaat om de positie
van de religieuze minderheden in Turkije?
Vraag 5
Bent u voornemens deze kwestie aan de orde te stellen bij
ontmoetingen tussen de Europese Unie-ministers en ministers van
kandidaat-lidstaat Turkije?
Antwoord
Ik deel uw zorg over de positie van minderheden in
Turkije. Het is noodzakelijk dat in de Turkse maatschappij een
positiever klimaat wordt geschapen ten aanzien van alle
minderheden. Naast een intensievere betrokkenheid van de Turkse
regering zullen ook verdere inspanningen van het maatschappelijk
middenveld, de pers en andere instellingen nodig zijn om dit te
bereiken. De Nederlandse regering zal deze kwestie aan de orde
stellen in bilaterale contacten en in de politieke dialoog van de
EU met de Turkse autoriteiten.
Vraag 4
Welke maatregelen treft de Turkse overheid om dergelijke
minderheden te beschermen?
Antwoord
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen van
toepassing ter bescherming van christelijke gemeenschappen in
Turkije en wordt toezicht gehouden op bepaalde plaatsen, waaronder
een aantal kerken en kloosters. Bovendien biedt de Turkse overheid
persoonsbeveiliging indien hierom wordt gevraagd. Zoals gezegd
onder vraag 3 en 5 is echter voor een daadwerkelijke verbetering
van de veiligheid van minderheden een verandering van mentaliteit
nodig in de Turkse samenleving. Dit vereist een brede
maatschappelijke benadering waarin de Turkse overheid een actieve
rol moet spelen.
1) Reformatorisch Dagblad, 20 maart 2007, en
Hürriyet, 7 maart 2007 |